De groep ‘algemeen overhead’ laat zien welke kosten bij de sturing en ondersteuning van het primaire proces horen. Want die kosten vormen de overhead. Hieronder vallen:

1. alle loonkosten van de met name genoemde zogenaamde PIOFACH-functies in de definitie van ‘Vensters voor Bedrijfsvoering;
2. de ICT-kosten van alle PIOFACH-systemen;
3. alle huisvestingskosten;
4. de lasten van uitbesteding bedrijfsvoering en
5. naar rato, de rentekosten die niet zijn toe te delen aan de taakvelden in het primaire proces.

Dit betekent dat in ieder geval tot overheadkosten worden gerekend:

• financiën, toezicht en controle van de eigen organisatie;
• personeel en organisatie;
• inkoop (inclusief aanbesteding en contractmanagement);
• interne en externe communicatie met uitzondering van klantcommunicatie;
• juridische zaken;
• bestuurszaken en bestuursondersteuning (exclusief de griffie, omdat die geen onderdeel uitmaakt van de ambtelijke organisatie);
• informatievoorziening en automatisering van PIOFACH-systemen;
• facilitaire zaken en Huisvesting (inclusief beveiliging);
• documentaire informatievoorziening (DIV);
• managementondersteuning primair proces.

De overheadkosten zijn berekend als percentage van de lasten (exclusief de toevoegingen aan reserves). Het bedrag van de overheadkosten is het bedrag dat is begroot op taakveld 0.4.
De overheadkosten zijn 14,2 miljoen. De totale saldo van de lasten is voor Noordoostpolder € 132,8 miljoen. Dat geeft een overheadpercentage van 10,7%.