Geachte leden van de gemeenteraad,
Voor u ligt de (meerjaren)programmabegroting 2020-2023. De P&C stukken kunt u ook online vinden op: https://noordoostpolder.pcportal.nl/
We moeten kiezen
Voor het opstellen van een nieuwe begroting zouden we als college wel eens onbeperkt geld willen hebben. We zouden dan alle wensen van de raad kunnen inwilligen en onze inwoners en bedrijven optimaal van dienst zijn, terwijl zij er niet voor hoefden te betalen. De werkelijkheid is anders. De financiën staan er goed voor, maar vormen wel een beperkend kader voor het uitvoeren van onze taken en het realiseren van onze ambities.
De komende jaren staat de agenda vol van activiteiten en bol van wensen. Activiteiten die we graag willen oppakken ten behoeve van onze inwoners en bedrijven en bezoekers. Ga maar na: het realiseren van ambities in het sociale domein binnen financiële houdbare budgetten, de Omgevingswet, de lastendruk beperkt houden, faciliteren van goed onderwijs, zoals een VO-campus, en een VeiligheidsRegio die aandacht en geld vraagt. Ook zullen wij onze bijdrage moeten leveren aan ‘Samen aan de slag voor het klimaat’ (uit het InterBestuurlijk Programma), en keuzen maken voor ambities als een Werelderfgoedcentrum, een (nieuw) zwembad, een modern cultuurbedrijf, een sterke regionale economie, een sterk buitengebied en het verbeteren van mobiliteit en bereikbaarheid.
Alle ambities realiseren alsof we leven in een droom, wordt een nachtmerrie. Immers, we leven in de werkelijkheid. Een werkelijkheid die van ons vraagt zorgvuldige integrale afwegingen te maken en daaruit het beste totaalpakket samen te stellen. Dat doen we met de perspectiefnota en begroting, waarin ook de financiële consequenties voor nu en de toekomst worden weergegeven. Het is een kunst om niet afzonderlijke ambities te beoordelen, maar steeds het grote geheel te zien en een balans te houden tussen het pakket aan te realiseren ambities en een verantwoord financieel beleid, dat er voor zorgt dat onze financiële positie ook in de toekomst gezond blijft.
Begrotingsresultaten en tarieven
De belangrijkste inkomstenbron van gemeenten is de algemene uitkering van het Rijk. Voor het opstellen van de begroting 2020-2023 schatten we de omvang van de middelen die we krijgen op basis van de septembercirculaire. Sinds het vaststellen van de perspectiefnota zijn de kosten van het sociaal domein gestegen. Door de gunstige septembercirculaire is het financiële perspectief ten opzichte van de meicirculaire weliswaar minder negatief geworden, maar ten opzichte van de perspectiefnota nog steeds negatief voor de eerste drie begrotingsjaren. Om de baten en lasten van de uitvoering van het sociaal domein met elkaar in evenwicht te brengen is een periode van twee jaren nodig. De tekorten voor deze overgangsjaren worden gedekt door een onttrekking aan de reserve sociaal domein, vanwege het incidentele karakter. De begrotingsresultaten voor 2022 en 2023 zijn mede de uitkomst van de keuze om de incidentele middelen voor Jeugdhulp niet op te nemen in de begrote algemene uitkering. De lasten voor de uitvoering van Jeugdhulp zijn daarentegen wel opgenomen, omdat het uitgangspunt is dat de wij het beleid wel moeten uitvoeren en derhalve ook de middelen hiervoor nodig hebben.
In het volgende overzicht is het verloop zichtbaar van de begrotingsuitkomsten:
(bedragen * € 1.000)
Omschrijving | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Begrotingsuitkomst voor bijstellingen | - 2.279 | - 1.296 | - 710 | + 24 |
Septembercirculaire | + 428 | +1.179 | + 467 | + 236 |
Onttrekking reserve sociaal domein | +1.870 | + 150 | - | - |
Begroting 2020 - 2023 | + 19 | + 33 | - 243 | + 260 |
De meerjarenbegrotingsuitkomsten zijn gebaseerd op de meicirculaire (begrotingsuitkomsten voor bijstellingen), het effect van de septembercirculaire, de onttrekkingen aan de reserve sociaal domein en vervolgens de begrotingsresultaten.
In totaal is een onttrekking aan de reserve sociaal domein begroot van € 2.020.000. De verwachting is dat de stand van de reserve sociaal domein aan het einde van het dienstjaar 2019 een lager saldo kan geven dan deze begrote onttrekking. Mocht de reserve sociaal domein onvoldoende niveau hebben om de alsdan benodigde onttrekkingen te effecturen, dan zal een storting van uit de reserve beleidsplan aan de reserve sociaal domein plaatsvinden, zodat effectuering alsnog kan plaatsvinden.
De tarieven voor onroerendezaakbelastingen (OZB), leges en begraven worden gecorrigeerd voor de inflatiecorrectie die het Rijk toepast voor de OZB, zijnde 2,4%. De tarieven voor rioolrechten blijven op het niveau van 2018 gehandhaafd.
De ontwikkeling van een nadelige kostenontwikkeling voor afvoer en verwerking van afval, die zich in 2018 openbaarde, zet door. Ook de opbrengsten voor de gescheiden herbruikbare afvalstromen lijken blijvend onder druk te staan. Hierdoor zijn we genoodzaakt de tarieven van de afvalstoffenheffing met 10,15% te verhogen.
Omschrijving | OZB | Rioolheffing | Afvalstoffenheffing | Leges | Begraafrechten |
Tariefmutatie | +2,4% | +0% | + 10,15% | +1,4% | +1,4% |
Noordoostpolder ten opzichte van andere gemeenten
Landelijk en om ons heen hebben diverse gemeenten te kampen met een mindere financieel perspectief voor de begroting en bezuinigen en/of passen een extra lastenverhogingen toe. Wij hebben vanuit verschillende gremia vragen gekregen over hoe die financiële verschillen tussen gemeenten verklaard kunnen worden.
De verklaring is in vier hoofdstukken op te delen.
- Degelijk begroten. Het eerste en belangrijkste uitgangspunt dat wij hebben, is dat een begroting in algemene zin degelijk moet zijn.
- InterBestuurlijk Programma (IBP). We hebben de middelen die we in 2018 kregen voor het InterBestuurlijk Programma (IBP) onbeklemd gelaten. Aan de ene kant is het jammer dat we deze middelen hebben moeten inzetten om het begrotingstekort te verkleinen. Aan de andere kant is het een luxe omdat we dat we hiermee het tekort hebben kunnen verkleinen en niet hoefden te bezuinigen of lastenverzwaringen hoefden door te voeren.
- BTW-compensatiefonds (BCF). Gemeenten hadden een keuze bij het begroten van de BCF-component in de algemene uitkering. Het Rijk voorzag een reële kans dat nadelige begrotingsbijstellingen de komende jaren eerder regel dan uitzondering zouden zijn. Vanuit het voorzichtigheidsprincipe markeerde het Rijk per 2019 de bevoorschotting van deze ‘BCF-surplussen’ aan als een incidenteel onderdeel van de algemene uitkering aan gemeenten. Wij hebben toen 50% als structureel in de begroting ingeboekt en de andere helft als incidenteel, wat aan de reserve beleidsplan zou worden toegevoegd. In totaal gaat het om een bedrag dat in totaal opliep naar € 2 miljoen per jaar. Op dit moment gaan we uit van een geprognosticeerde ruimte onder het BCF-plafond van macro € 39 mln. Voor gemeente Noordoostpolder betekent dit een inkomstenraming in de voorliggende begroting van € 100.000.
- Septembercirculaire. Gemeenten mogen kiezen of zij hun begroting opstellen op basis van de meicirculaire of op basis van de septembercirculaire. Wel moet er sprake zijn van consistent beleid. De verschillen tussen de mei- en septembercirculaire kunnen substantieel zijn. Gemeente Noordoostpolder kiest de mei-/junicirculaire als basis voor het opstellen van de programmabegroting 2020-2023, met dien verstande dat de effecten van de septembercirculaire zo snel mogelijk in de programmabegroting worden verwerkt. Door een strakke planning lukte het om die effecten in de primitieve begroting 2020-2023 te verwerken. Dit beleidsuitgangspunt valt voor de begroting 2020-2023 positief uit.
- Tijdelijke middelen Jeugd. Gemeente Noordoostpolder trekt de tijdelijke middelen van 2019-2021 voor Jeugdzorg niet door voor de jaren 2022 (€ 881.000) en 2023 (€ 881.000).
Ongunstiger perspectief door sociaal domein
Inleiding
Ondanks de uitgangspunten die wij hanteren zien we dat het sociaal domein op de begroting blijft drukken. Deze hogere lasten worden niet gecompenseerd door het Rijk. De grootste nadelige financiële ontwikkelingen komen door de Jeugdzorg, het abonnementstarief en de loonkostensubsidie.
Jeugdzorg
De kosten van de Jeugdzorg stijgen meer dan er aan financiering van het Rijk tegenover staat. Het grootste deel van de lastenstijging, ongeveer € 1,5 miljoen, komt voor rekening van ondersteuning, begeleiding, Jeugd GGZ en residentiële Jeugdzorg. In de praktijk blijkt dat het sturen op deze lasten tijd vergt vanwege complexiteit en verbanden met andere typen van zorg die in de omgeving spelen. Dat het hier om open einderegelingen gaat, maakt het voor de beheersbaarheid niet eenvoudiger, omdat een kenmerk van een open einderegeling is, dat zorgbehoevenden ook een beroep op zorg kunnen doen als het budget uitgeput is.
De begroting 2020-2023 is structureel en duurzaam sluitend. Toch ligt er een opgave om de uitgaven van het sociaal domein beheersbaar te houden. Het geld dat we van het Rijk ontvangen is onvoldoende om de kosten die we maken te dekken. In 2020 wordt de raad voorgelegd of we het sociaal domein alleen willen betalen met het geld dat we daarvoor van het Rijk krijgen of dat we ook algemene dekkingsmiddelen gaan gebruiken. Een andere onzekere factor voor de financiering van het sociaal domein, is de tijdelijkheid van de extra financiële middelen voor Jeugd. De tijdelijke middelen voor 2019 - 2021 zijn niet doorgetrokken in de begroting voor de jaren 2022 en 2023. Het gaat om een bedrag van ongeveer € 881.000 per jaar. Het Rijk en de provincie kunnen zich wel vinden in het opnemen van deze budgetten in de begrotingen van gemeenten, omdat er nog een onderzoek van de minister loopt naar de budgetten en kosten voor Jeugd. Wij vinden dit echter geen blijk geven van degelijk begroten. Gemeente Noordoostpolder wil met het niet opnemen van deze middelen niet de indruk wekken dat er voldoende ruimte in de begroting aanwezig is en de middelen van het Rijk toereikend zijn. De lasten voor Jeugd zijn hoger dan de baten die van het Rijk worden ontvangen. Het tekort wordt door eigen middelen opgevangen, hetgeen ten koste gaat van andere gemeentelijke doelstellingen.
Abonnementstarief
Vanaf 2019 is het abonnementstarief in werking getreden. Daardoor kunnen inwoners voor een vast bedrag een beroep doen op de Wet Maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In 2020 is dat tarief
€ 19 per maand. Vóór de invoering van het abonnementstarief was de eigen bijdrage inkomensafhankelijk. Vanuit het Rijk is een compensatie gekomen voor de lagere opbrengsten wat betreft de eigen bijdrage voor huishoudelijke ondersteuning, maar door de invoering van het abonnementstarief, zonder inkomensafhankelijkheid, zien we een aanzuigende werking voor het gebruik van hulp in huishouding. De groei van de lasten, als gevolg van een groter aantal inwoners dat een beroep doet op de Wmo, wordt (nog) niet door het Rijk gecompenseerd.
Loonkostensubsidie
De lasten voor loonkostensubsidie vallen ook hoger uit. Meer mensen dan voorzien, zijn aan het werk met een loonkostensubsidie. Dat is goed nieuws voor de mensen die daardoor aan het werk kunnen, maar de lasten zijn voor de gemeente wel hoger.
Onzekerheden in de toekomst
Voor de toekomst zijn er nog veel onzekerheden. Zo zien we dat er internationaal verschillende ontwikkelingen zijn waardoor de kans reëel is dat de economie minder hard groeit dan voorheen of in vergaande vorm uitmondt in een recessie. Voorbeelden van deze ontwikkelingen zijn de Brexit, handelsconflicten, spanningen in het Midden-Oosten, een afzwakkende Duitse economie en de stikstofproblematiek (PAS). Daarnaast lopen we aan tegen onzekerheden vanuit het Rijk. Zo zitten er bijvoorbeeld grote verschillen tussen de financiële uitkomsten van de Rijkscirculaires. Uit het onderzoek wat het Rijk op dit moment uitvoert, moet blijken of de tijdelijke extra middelen voor Jeugdzorg structureel naar gemeenten komen.
Inhoudelijke ontwikkelingen
Inleiding
Naast de financiële ontwikkelingen zijn er inhoudelijke ontwikkelingen. Er komt een aantal nieuwe wetten aan voor gemeenten. In het sociaal domein komen er nieuwe taken bij op het gebied van inburgering en beschermd wonen. De grootste inhoudelijke opgave ligt bij de invoering van de Omgevingswet.
Dokter Jansencentrum
Eind 2018 werd het faillissement van de MC IJsselmeerziekenhuizen uitgesproken. Na het faillissement van de MC IJsselmeerziekenhuizen nam de gemeente, begin 2019, het Dokter Jansencentrum over om invloed uit te oefenen op goede zorg voor de inwoners van Noordoostpolder. De komende tijd zullen we als gemeente die invloed uit gaan oefenen, zodat ook in de toekomst goede zorg voor onze inwoners geboden blijft worden.
Human Capital Agenda
Als gemeente willen we een gezonde arbeidsmarkt voor werknemers en werkgevers. Daarom doen we mee aan de Human Capital Agenda Regio Zwolle. Met deze agenda willen we inspelen op een aantal ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Het gaat dan om ontwikkelingen als automatisering, robotisering en het profiteren van het huidige economische tij. Dat zijn ontwikkelingen die veel ondernemers bezighoudt.
VO campus
In Voorzien in Vastgoed (ViV) heeft de raad besloten dat we een campus voor het voortgezet onderwijs willen realiseren. Daardoor kunnen we een aantal voordelen realiseren zoals het eenvoudiger opvangen van groei en krimp, synergie tussen de schoolbesturen en een koppeling met andere maatschappelijke initiatieven op het gebied van welzijn, Jeugdzorg en cultuur. In 2020 gaan we verder met het uitvoeren van de plannen uit het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (2018-2029) en Voorzien in Vastgoed.
Preventie Sociaal domein
Om zware zorg bij onze inwoners zoveel als mogelijk te voorkomen, zetten we in op preventie. Dat is de lijn die we hebben gekozen in het coalitieprogramma en de perspectiefnota 2019-2020. De inzet van preventie houdt in dat we zware (en dure) zorg in de toekomst voor een deel kunnen voorkomen. Ook in 2020 zetten we in op preventie binnen het sociaal domein.
Financieel meerjarenperspectief
In het onderstaande schema staan de financiële effecten die leiden tot de uitkomsten van de voorliggende meerjarenprogrammabegroting.
(bedragen * € 1.000)
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
Programmabegroting 2019-2022 | 1.399 | 484 | 1.002 | 1.643 |
Budgettaire aanpassingen, inclusief effecten meicirculaire | -348 | 379 | -942 | -953 |
Uitgangspositie perspectiefnota | € 1.050 | € 863 | € 60 | € 689 |
Perspectiefnota 2020-2023 | ||||
- Opleidingsbudget | -100 | -100 | -100 | -100 |
- Nieuwe koers regio Zwolle | -50 | -50 | -50 | -50 |
- FlevoMeer Bibliotheek (FMB) | -50 | -50 | -50 | -50 |
- GGD | -86 | -126 | -136 | -146 |
- VeiligheidsRegio Flevoland (VRF) | -370 | -370 | -370 | -370 |
- Omgevingsdienst (OFGV) | -20 | -20 | -20 | -20 |
- GR IJsselmeer groep | -200 | -200 | -200 | -200 |
- Intensivering leerplicht | -75 | -75 | -75 | -75 |
- Groenvoorziening (aanbesteding) | -160 | -160 | -160 | -160 |
Totaal perspectiefnota: | € -1.110 | € -1.151 | € -1.161 | € -1.171 |
Stand na perspectiefnota: | -60 | -288 | -1.101 | -482 |
Begrotingsuitkomst voor bijstellingen | -2.279 | -1.296 | -710 | 24 |
Effect septembercirculaire | 428 | 1.179 | 467 | 236 |
Onttrekking reserve sociaal domein | 1.870 | 150 | - | - |
Begrotingsresultaten 2020-2023 | € 19 | € 33 | -€ 243 | € 260 |
Het college laat met de voorliggende begroting zien de financiën op orde te hebben en geborgd te hebben deze op orde te houden. Dat geldt voor de exploitatie en voor de balanspositie. Dat uit zich in een duurzaam sluitende meerjarenbegroting, een robuuste reservepositie. Grote opgaven staan voor de deur. Bij de behandeling van de perspectiefnota heeft de raad gevraagd het financieel meerjarenperspectief te schetsen. Deze begroting doet dat met de uitdagingen die tot 2023 bekend zijn, maar geeft mogelijk geen antwoord op de impact van lange termijn ontwikkelingen zoals vergrijzing en ook geen direct antwoord op korte termijn effecten van onvoorziene investeringen die buiten de kaders van bestaande beleidsplannen liggen. Het college wil graag hierover met de raad een thema organiseren voor een goed financieel afwegingskader. Uitgangspunt blijft dat gemeente Noordoostpolder ook in de toekomst een sociale, betrouwbare en aantrekkelijke gemeente blijft, waar het aangenaam wonen, werken en recreëren is.
Burgemeester en wethouders van Noordoostpolder,
de secretaris, de burgemeester,