a. Wet maatschappelijke ondersteuning
De Wmo is een zogenaamde open einde regeling. Dat betekent dat inwoners er altijd een beroep op kunnen doen. Ook als het hiervoor bestemde budget op is. De basis voor het begrote budget 2020 zijn de kosten van het huidige gebruik en de verwachte toename vanwege de invoering van het abonnementstarief. We zien dat door de invoering van het abonnementstarief de vraag naar huishoudelijke ondersteuning en woonvoorzieningen toeneemt. Het is goed mogelijk dat ook op andere Wmo taken de vraag zal toenemen. Daarnaast neemt het aantal ouderen in onze gemeente toe.
b. Jeugdhulp
Jeugdhulp blijft een belangrijk aandachtspunt binnen de begroting van het Sociaal Domein. Voor de begroting 2019-2022 is voor de meeste onderdelen de huidige vraag naar ondersteuning als basis gehanteerd. Het beleidsplan Jeugd is geactualiseerd. Beheersmaatregelen en monitoring zijn toegevoegd aan het plan. Ook Jeugdhulp is een open einderegeling.
Toename zorgvraag bij jeugd
Het eerst te noemen risico daarbij is dat er sprake kan zijn van een toename in vraag naar ondersteuning. Het aanbod van ondersteuning wordt steeds breder en bekender. Dit zorgt er voor dat mogelijk steeds meer mensen een beroep doen op ondersteuning. Deze ontwikkeling kan leiden voor extra kosten. Scherpe monitoring van de behaalde resultaten van de ingezette ondersteuning en hiervan leren is dan ook een belangrijk aandachtspunt.
Residentiële jeugdzorg
Er is 1 contractpartner die voor een vaste prijs alle zorg met verblijf verzorgt. Door de regionale samenwerking en solidariteit betekent dit voor Noordoostpolder een besparing.
In het contract is opgenomen dat bij grote afwijkingen van het contract als geheel, ten opzichte van de uitgangspunten bij aanbesteding, partijen in overleg gaan. Wanneer dat overleg leidt tot hogere lasten, zullen die over de gemeenten verdeeld worden.
c. Participatie
Het gaat economisch op dit moment steeds beter met ons land. Ook in Noordoostpolder zien we dit terug. Ondanks deze positieve ontwikkeling is er sprake van een risico.
Ter dekking van de uitgaven aan bijstandsuitkeringen en loonkostensubsidie ontvangt Noordoostpolder een specifieke uitkering van het Rijk (BUIG). De hoogte van deze uitkering wordt op basis van een ingewikkelde berekening bepaald. In de berekening wordt onder andere rekening gehouden met gezinskenmerken die een verhoogde kans op bijstand geven.
Omdat er sprake is van een berekening zal de werkelijkheid altijd afwijken. Dit kan zowel positief als negatief zijn. In de begroting gaan wij uit dat de te ontvangen uitkering gelijk is aan de door ons verwachte lasten. Ook hier gaat het om een open einde regeling.
d. Minimabeleid
Het budget voor 2020 is naast de decentralisatie uitkeringen "Armoedebestrijding Kinderen" en "Schulden en armoede" gebaseerd op het huidige gebruik. En omdat ook de minimaregelingen zogenaamde open einderegelingen zijn, bestaat ook hier het risico dat de vraag naar ondersteuning toeneemt dan wel afneemt. Ondanks positieve economische signalen bestaat de kans dat het budget voor minimabeleid wordt overschreden.
e. WSW
Wij betalen als gemeente de kosten van de sociale werkvoorziening. Daarvoor ontvangen we een vergoeding van het Rijk. Wij lopen daarmee twee risico’s. Ten eerste daalt de vergoeding die wij van het Rijk ontvangen. Daarnaast daalt het totale budget omdat er minder Wsw medewerkers zijn. Als de lokale daling achterblijft bij de geprognosticeerde landelijke daling, dan kan het tekort groter worden. In tegenstelling tot voorgaande jaren loopt de afbouw van de Wsw nu nagenoeg gelijk aan de verwachtingen uit het SEO rapport van 2014. In de meerjarenraming van de GR wordt rekening gehouden met een tekort dat tot 2022 kan oplopen tot € 1.000.000 structureel.
f. Uitkomst onderzoek jeugdzorg
Vanuit het Rijk is er tot en met 2021 extra geld gereserveerd tekorten op het sociaal domein. Er zijn tussen Binnenlandse Zaken, de VNG en de provinciale toezichthouders afspraken gemaakt over het doortrekken van de middelen in 2022 en 2023. Daarmee wordt vooruitgelopen op het onderzoek dat het rijk doet naar de kosten van de Jeugdzorg en de GGZ. Een nieuw kabinet zal besluiten of de kosten zullen worden gecompenseerd. In Noordoostpolder gebruiken we deze mogelijkheid niet. Het risico van het wel opnemen van deze baten is dat het Rijk toch niet (volledig) compenseert, hetgeen een financieel tekort zou inhouden van € 881.074
g. Veranderingen BBZ
Per 1 januari zullen er waarschijnlijk veranderingen in het Besluit bijstandverlening 2004 (Bbz) van kracht worden. Hoewel het Ministerie nadrukkelijk heeft aangegeven dat de wijzigingen budgettair neutraal zullen worden uitgewerkt, verwachten wij dat deze aanpassingen in financieel opzicht een negatieve impact voor de gemeente Noordoostpolder hebben.
h. Opgave sociaal domein
Er staat vanuit de perspectief nota 2019 nog een opgave open van het sociaal domein. Het is zeer onzeker of deze opgave gehaald kan worden. Er wordt gewerkt om het de huidige budgetten de stijgende zorgvraag op te vangen. De stijgende zorgvraag voor jeugdhulp, het beroep op de Wmo en het abonnementstarief maken het zeer realistisch dat de taakstelling niet gehaald zal worden.
i. Nieuw verdeelmodel BWMOBG
Vanaf 2021 worden beschermd wonen en maatschappelijke opvang anders georganiseerd. Voorheen lagen taken van maatschappelijke opvang en beschermd wonen bij de centrumgemeente. Vanaf 2021 ligt die taak bij alle gemeenten, en dus ook bij Noordoostpolder. Voor die nieuwe taken krijgt de gemeente geld van het Rijk. Daarvoor is het nieuwe ‘geïntegreerd verdeelmodel BWMOBG’ gemaakt. Er is nog veel onduidelijkheid over de uitkomsten daarvan voor onze gemeente. De effecten van de nieuwe verdeling worden meegenomen in de begroting van 2021 en verder.