Ambitie 1 - Gezonde gemeentefinanciën | ||
Doelstelling | ||
Een solide financieringsstructuur tegen zo laag mogelijke kosten en een begrijpelijke digitale presentatie van onze financiële documenten. | ||
Portefeuillehouder(s) | ||
Hans Wijnants | ||
Trends en ontwikkelingen | ||
Er zijn op dit moment veel internationale ontwikkelingen die ook effect hebben op Nederland. Neem bijvoorbeeld de Brexit, het handelsconflict tussen de VS en China, waar Europa inmiddels ook in betrokken is geraakt, de economische ontwikkelingen in Duitsland en Italië, de gespannen situatie in het Midden-Oosten en de mondiale vraagstukken rondom het klimaat. Deze ontwikkelingen kunnen leiden tot minder economische groei, of zelfs tot een recessie. Wereldwijd staan de beurzen onder druk. Toch gaat het Centraal Planbureau (CPB) er in de raming van augustus vanuit dat de Nederlandse economie in 2020 met 1,4% zal groeien. Welke effecten de internationale ontwikkelingen op de Nederlandse economie, het regeringsbeleid, de overheidsfinanciën en ook op gemeente Noordoostpolder zullen hebben, is onzeker. Voor 2019 en 2020 zijn de economische vooruitzichten voor onze gemeente positief. De effecten van een economisch minder tij, zie je bij gemeenten meestal het eerst terug in de activiteiten van de grondexploitaties, de sociale zekerheid en de lokale economie. Door de zogenoemde ‘trap op – trap af’- methodiek voor het bepalen van de algemene uitkering, de belangrijkste inkomst van gemeenten, is er de kans dat de algemene uitkering wordt verlaagd, in lijn met de lagere overheidsuitgaven. De praktijk leert dat in tijden van minder economische voorspoed, kortingen op de algemene uitkering niet onmiddellijk plaatsvinden, maar met enige vertraging. De begroting 2020-2023 is structureel en duurzaam sluitend. Toch ligt er een opgave om de uitgaven van het sociaal domein beheersbaar te houden. Het geld dat we van het Rijk ontvangen is onvoldoende om de kosten die we maken te dekken. In 2020 wordt de raad voorgelegd of we het sociaal domein alleen willen betalen met het geld dat we daarvoor van het Rijk krijgen of dat we ook algemene dekkingsmiddelen gaan gebruiken. Een andere onzekere factor voor de financiering van het sociaal domein, is de tijdelijkheid van de extra financiële middelen voor Jeugd. De tijdelijke middelen voor 2019 - 2021 zijn niet doorgetrokken in de begroting voor de jaren 2022 en 2023. Het gaat om een bedrag van ongeveer € 881.000 per jaar. Het Rijk en de provincie kunnen zich wel vinden in het opnemen van deze budgetten in de begrotingen van gemeenten, omdat er nog een onderzoek van de minister loopt naar de budgetten en kosten voor Jeugd. Wij vinden dit echter geen blijk geven van degelijk begroten. Gemeente Noordoostpolder wil met het niet opnemen van deze middelen niet de indruk wekken dat er voldoende ruimte in de begroting aanwezig is en de middelen van het Rijk toereikend zijn. De lasten voor Jeugd zijn hoger dan de baten die van het Rijk worden ontvangen. Het tekort wordt door eigen middelen opgevangen, hetgeen ten koste gaat van andere gemeentelijke doelstellingen. De Rijksbegroting geeft een beeld van de te verwachten keuzes van het kabinet en ook welke impact die hebben voor gemeenten. De voorliggende meerjarenbegroting is opgesteld op basis van de septembercirculaire en sluit daarmee aan op de Rijksbegroting zoals gepresenteerd op Prinsjesdag. Om het huishoudboekje van de gemeente ook in de toekomst op orde te houden is het van belang om integrale afweging van doelen in relatie tot de (verwachte) financiële middelen scherp in het vizier te houden. Een structureel sluitende begroting en een goede balanspositie zijn twee stevige pijlers van een gezonde financiële positie van onze gemeente. We kiezen voor een structureel duurzaam sluitende begroting om te zorgen voor een houdbaar financieel beleid en daarmee voor een houdbaar voorzieningenniveau en een beperkte lokale lastendruk. Renteontwikkelingen Lokale lastendruk Vanaf 2020 vervangt de benchmark woonlasten de macronorm. We hadden als gemeente het beleid om de OZB-tarieven niet meer te laten stijgen dan het inflatiepercentage voor zover dat de macronorm niet oversteeg. Als de macronorm lager was dan de inflatiecorrectie, gebruikten we de macronorm. In de richtlijnen voor het opstellen van de begroting 2020 is in de perspectiefnota voor de inflatiecorrectie een percentage vastgesteld van 1,4%. Het Rijk past voor 2020 een inflatiecorrectiepercentage van 2,4% toe voor de opbrengsten van de OZB, wat resulteert in een grotere aftrek op de algemene uitkering door het Rijk. Het onverkort vasthouden aan het toepassen van de inflatiecorrectie van 1,4% op de OZB-tarieven zou een negatief effect hebben op de meerjarenbegroting. Om deze reden verhogen we de OZB-tarieven niet met 1,4% maar met 2,4%. Daardoor is het effect op de begroting nihil. Noordoostpolder heeft het beleid dat (leges)tarieven met het inflatiepercentage mogen stijgen en dat heffingen zoveel als mogelijk kostendekkend zijn. Voor 2020 kunnen de heffingen van rioolrechten op het niveau van 2019 worden gehandhaafd. De dalende lijn van de kosten voor het afvoeren en verwerken van ons afval heeft in 2018 een kentering laten zien. Gescheiden afvalstromen leveren minder geld op en het verbranden van afval wordt duurder. Daarom gaan we investeren in een nog efficiënter en effectiever afvalbeleid. Daarmee moet de kostenstijging zoveel als mogelijk binnen de perken blijven. Hierover gaan we verder in gesprek met de raad. De heffingen voor afval worden verhoogd met 10,15%, als gevolg van de ontwikkelingen in de afvalmarkt. Effecten vennootschapsbelasting (Vpb) | ||
Reguliere bedrijfsvoering | ||
Treasuryfunctie De komende jaren worden grotere investeringen gedaan. Die zijn in Voorzien in Vastgoed (ViV) en de grondexploitaties opgenomen. Daardoor zal de structuur van de balans wijzigen. De bezittingen nemen toe, maar de liquiditeitspositie en ook de solvabiliteitspositie zullen afnemen. Wanneer alle vastgestelde raadsdoelstellingen met de geplande fasering de komende jaren worden gerealiseerd, moeten naar alle waarschijnlijkheid leningen worden aangetrokken. Voor de voorzieningen die wij duurzaam willen garanderen en waarvan de lasten structureel in de begroting gedekt moeten zijn worden in principe leningen aangetrokken op basis van projectfinanciering. Dit is essentieel om deze voorzieningen te kunnen blijven garanderen. Naast de reguliere aflossingen willen we leningen ook extra kunnen aflossen om voldoende begrotingsflexibiliteit en ambitiewendbaarheid te houden. We houden daarmee ook afhankelijkheid van vreemd vermogen binnen redelijke normen. De effecten van een aantal grotere investeringen wordt als gevolg van raadsbesluiten nog deze begrotingsperiode 2020-2023 verwacht. Inning van gemeentelijke belastingen en heffingen Een sluitende meerjarenprogrammabegroting | ||
Verbonden partij(en) | ||
- | ||
Beleidskaders | ||
· Financiële beheersverordening 2017 |